De koepelgevangenis te Arnhem is sinds 2013 niet meer in gebruik als gevangenis. Om dit iconische gebouw een tweede leven te geven heeft Richèl Lubbers Architecten in samenwerking met Heleen Meinsma Architectuur onderzoek gedaan naar nieuwe scenario's voor het toekomstige gebruik. Het project van gesloten naar open.
In verschillende scenario's is onderzocht op wat voor manieren de gevangenis ontwikkeld zou kunnen worden. Hier in speelt de relatie met stad en de directe omgeving een belangrijke rol.
Type opdracht: Scenario onderzoek herbestemming Koepelgevangenis
Status: Concept
Opdrachtgever: Koninklijk Woudenberg, Janssen de Jong, Heleen Meinsma Architectuur, Richèl Lubbers Architecten
Ontwerp: 2016
Bouwjaar: n.v.t.
Stedelijke ligging

Het gevangenis complex ligt ten westen van het centrum van Arnhem, aan de noordzijde van de Nederrijn, aansluitend op het gebied Westelijk van Schaarsbergen.

Zicht vanaf de oostzijde centrum richting Koepel.
Op de voorgrond ligt het verkeersknooppunt Roermondsplein. Archter de koepel staat de Tennet Zendmast op het KEMA-terrein.
Historisch beeldmateriaal

Overzicht terrein, ligging, oriëntatie en functionele programmatische koppeling tussen de verschillende gebouwen binnen het complex.

De koepelgevangenis is in 1886 door Johan Metzelaan ontworpen, de ingenieur-architect voor de Gevangenis- en Rechtsgebouwen.

Beeld uit de tijd dat de gevangenis fictioneel was.
Dit is de binnenruimte in de koepel, hier hadden de bewakers door de ronde vorm een goed overzicht.

Sinds 2013 doet de gevangenis geen dienst meer als gevangenis.
Stedelijke context

De gevangenis ligt geïsoleerd in de stad en er is geen directe of indirecte stedelijkeprogrammatische relatie met de stedelijke contact.

Het complex vormt een stad in de stad. De wereld binnen de gevangenis kent geen directe relatie met die er buiten. Passend gezien de oorspronkelijke functie van het gebouw.
Functioneel concept

Oorspronkelijk diende de gevangenis ter opsluiting van criminelen ter bescherming van de samenleving van deze criminelen. De gevangenis vormt een beschermende schil van binnen naar buiten.

Het interessante is dat dit principe ook om te draaien is. De gevangenis als beschermende schil van buiten naar binnen. Gezien als kluis.
Programmatisch concept

In de programmatische invulling bestaan er twee mogelijkheden. Meerdere verschillende programma's - passend binnen de verschillende gebouwen op het complex. Of aansluitend op de eenduidige functie, een groot programma - eventueel aanvullend met een kleinschalig sub-programma.
Ontwikkelingsconcepten

De ontwikkelingsconcepten zijn verdeeld in introvert en extrovert, welke naar binnen of naar buiten gericht zijn.
De extroverte concepten openen in verschillende gradaties naar de stad. Waarbij de muur deels of helemaal wordt gesloopt.
De introverte concepten richten zich op de binnenkant, de muur blijft behouden.
Ontwikkelingsscenario's

Scenario 1 - Honeycomp
Klimatologische schil binnen bestaande bebouwing. Honeycomp-constructie.
Iedere cel kan als aparte kluis gebruikt worden voor opslag van kunst objecten. Zo kan de huidige structuur behouden blijven.
De ruimten zouden ook als een Box in Box gebruikt kunnen worden met verschillende tentoonstellingsruimten.

Scenario 2 - Hotel en spa
De opzet van een hotel programma past sluitend in de originele opzet van de gebouwen.

Scenario 3 - Wonen in combinatie met kantoren en ateliers
Een combinatieprogramma wonen/werken aan huis past sluitend in de originele opzet van de gebouwen. Zou zou er in de koepel ruimte zijn voor grotere kantoren; een ruimte in een ruimte.

Scenario 4 - Mix-use
In dit scenario worden veel verschillende soorten gebruik gecombineerd. Zo ontstaan er kleinere delen met meer variatie.
Leden van gesloten naar open
Projectarchitect: Richèl Lubbers
Teamleden: Tjerk van de Wetering, Heleen Meinsma Architectuur
Opdrachtgever: Koninklijk Woudenberg, Janssen de Jong, Heleen Meinsma Architectuur, Richèl Lubbers Architecten